Gisteren werd bekendgemaakt dat de Gemeente Groningen, RUG en de Hanzehoogeschool af willen van ontgroeningen. Deze reactie volgde op de recente incidenten bij studentenvereniging Vindicat atque Polit. De VVD en Student & Stad zijn van mening dat hierdoor de verkeerde mensen worden gestraft. Deze fracties stellen daarom gezamenlijk vragen aan het college.
De afgelopen weken kwam de studentenvereniging Vindicat negatief in het nieuws. Zo werd een aspirant-lid met hoofdletsel opgenomen in het ziekenhuis. Voor de VVD en Student & Stad staat buiten kijf dat daders van strafbare feiten worden aangepakt. Een incident bij één vereniging mag echter niet leiden tot het duperen van een grote groep onschuldige studenten.
De VVD en Student & Stad zien daarom geen oplossing in het afschaffen van ontgroeningen. In plaats daarvan moeten strafbare feiten worden aangepakt. Hiervoor moet de aangiftebereidheid binnen studentenverenigingen omhoog. Indien iemand slachtoffer wordt van een strafbaar feit, mag diegene geen drempel ervaren om aangifte te doen. Ongeacht of het delict zich midden in de samenleving voordoet of binnen de muren van een besloten vereniging.
In de reactie van de Gemeente Groningen wordt de focus echter gelegd op de ontgroening, in plaats van op de strafbare feiten. Hierdoor worden Vindicat en andere studentenverenigingen in een kwaad daglicht gesteld. Wat de VVD en Student & Stad betreft is dit zeer onterecht. De Groningse studentenverenigingen zijn juist erg betrokken bij de stad. Zij besteden juist aandacht aan de verantwoordelijkheid van studenten richting stad en Stadjer in ontgroeningstijd. Dat zou de gemeente volgens de VVD en Student & Stad juist aan moeten moedigen in plaats van ontmoedigen.
Door schriftelijke vragen te stellen willen de VVD en Student & Stad van het college horen hoe het tegen de ontgroeningen aankijkt en of het college vindt dat het een rol heeft in de keuze voor ontgroeningen. Daarnaast willen de fracties weten hoe de aangiftebereidheid binnen studentenverenigingen verhoogd kan worden.